De Soto Zen school werd overgeleverd van China naar Japan in het begin van de 13de eeuw door de zenmonnik Dogen, die het onderricht en de certificatie ontving van zijn meester Nyojo.
Het onderricht van Dogen werd gevolgd en geformaliseerd door de monnik Keizan, de vierde patriarch van de lijn van meester Dogen in Japan, die het onderricht ervan verbreedde.
Meester Dogen en Meester Keizan worden beiden beschouwd als de stichters van de Soto Zen school. Op de afbeelding worden ze als gelijkwaardig gerepresenteerd, aan de voeten van Shakyamuni Boeddha. De traditie die we volgen bestaat eenvoudigweg uit de continuïteit van het onderricht van Shakyamuni Boeddha. De bron van het onderricht is het ontwaken van de Boeddha in India 2500 jaar geleden.
In het Sanskriet wordt de term “Dhyana” gebruikt om het zitten in stilte aan te duiden, aanbevolen door Boeddha. Het onderricht van Boeddha’s ontwaken verspreidde daarna in China onder de naam “Chan”, en daarna in Japan onder de naam “Zen”, om uiteindelijk in het Westen aan te komen.
“Sôtô” refereert naar de namen van twee Chinese meesters in de lijn van de transmissie: Tôzan en zijn discipel Sôsan. De school karakteriseert zichzelf door veel aandacht te besteden aan de juiste houding van lichaam en geest, en eenvoud in de uitdrukking ervan. Ze nodigt uit om recht in het hart van de realiteit te duiken, voorbij gehechtheden aan mentale categorieën.